Geslachtsherkenning en de manier van voortplanten

Als een kalfje geboren is kijk je bijna meteen of het een vaarskalf of een stierkalf is. Het verschil is te zien doordat een vaarskalf 4 kleine spenen heeft en de stier een penis met kleine ballen.

Als de koeien volwassen zijn is er een duidelijk verschil te zien door de uiers en de grote ballen. 

Je hebt verschillende manieren van voortplanting.

De eerste is het normaal dekken van een koe. Je zet een stier en een koe bij elkaar. Of meerdere koeien. Dan bevrucht de stier de koeien door bovenop de koeien te springen. Het nadeel hiervan is dat je niet altijd precies weet of de koe wel is gedekt en wanneer. Je bent hierdoor een stuk minder betrokken bij de voortplanting.

De tweede manier is KI, kunstmatige inseminatie. Dat betekent dat je de stier de koe niet zelf laat dekken, maar dat je het sperma in de koe brengt. Dit kan je zelf doen of laten doen door een professionele inseminator. Je weet hierdoor precies wanneer, welk sperma in welke koe is gegaan.

De derde manier van voortplanting is embryo transplantatie. Dat houdt in dat als je een goede koe hebt die niet drachtig wil worden of je wilt er veel nakomelingen van. Dan kun je die een superovulatie geven door middel van hormonen te spuiten. Daarbij komen eicellen vrij, die je dan kunt insemineren. Als ze bevrucht zijn, worden de embryo’s uit de koe gehaald en in een andere koe genesteld zodat het embryo daar verder kan groeien.

Een nadeel hiervan is dat er een grote kans is dat de ‘draagkoe’ het embryo afstoot, of dat de embryo naar een aantal dagen sterft.

Een koe is bevrucht als een eicel en een spermacel samen gekomen zijn, tot een embryo.

 

De bronstcyclus

Een koe heeft een cyclus van ongeveer 21 dagen. Op dag 0 is de koe in oestrus, op deze dag zijn tochtigheidssymptomen te zien (opspringen, actief of aanhankelijk).

De oestrus (tocht) duurt gemiddeld 18 uur, de LH-piek treedt 6 uur na het begin van de oestrus op.

Op de 1e dag vindt de ovulatie plaats, deze is 24 uur na de LH-piek. De eicel is gemiddeld 4 tot 6 uur na de ovulatie nog goed de bevruchten.


Na de ovulatie ontstaat er een geel lichaam, deze produceert tot dag 16 - 17 progesteron. Hierna wordt het progesteron vermindert, hierdoor stijgt de GnRH productie, welke de hypofyse aanzet tot verhoogde productie van Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) en Luteïniserend Hormoon (LH). Deze leiden het FSH tot follikelgroei, en de follikels produceren oestradiol. Deze oestrogenen zijn verantwoordelijk voor het optreden van tochtigheidssymptomen en veroorzaken de LH-piek. De LH-piek is de trigger tot ovulatie en vorming van het gele lichaam..

Het optimale tijdstip van insemineren is tussen 10 uur na begin en 6 uur na het einde van de bronst. Praktisch wil dit zeggen: insemineren ongeveer 12 uur na de tochtigheidsverschijnselen. Insemineer je meer dan 24 uur na het begin van de bronst, daarna daalt het bevruchtingspercentage.

 

De dracht

Na de bevruchting van de koe heeft de koe een draagtijd van ongeveer 9 maanden.

Na twee maanden is de embryo al helemaal compleet. Dan is het kleine kalfje 8 centimeter. Na 5 maanden begint het kalfje te bewegen, hij weegt dan ongeveer 2 kilogram en is 35 centimeter. Na 7 maanden is het kalfje betreft zijn lichaamsverhoudingen af. Hij weegt dan ongeveer 35 kilogram en is 65 centimeter. Dan hoeft het kalfje alleen nog maar te groeien, ook krijgen ze dan hun ondertanden. Als het kalfje geboren wordt weegt het kalfje ongeveer tussen de 30 en 50 kilogram en is het kalfje 80 centimeter.

De drachtigheidscontrole kan je op verschillende manieren doen:

Je kan de koe laat scannen door een dierenarts. Een dierenarts kan een koe scannen vanaf 42 dagen. Dit is een soort van echo waarop ze kunnen zien of er een embryo aanwezig is.

Ook wordt er vaak gevoeld bij koeien. Dit doet ze door de hand in de anus te doen, de baarmoederhals vast te pakken en te voelen aan de eileiders. Als er een klein ‘bolletje’ te voelen (de uitwerpselen-zak) is, houdt dat in dat de koe drachtig is.

 

Drachtige melkkoeien worden doorgemolken, tot ongeveer 6 weken voor het afkalven. Daarna wordt de koe drooggezet, dit houdt in dat de koe niet meer gemolken wordt. Als je een koe droogzet veranderd de hormoonhuishouding van de koe. Ook worden voordat de koe wordt drooggezet de klauwen bekapt. Zodat de koe voordat ze moet bevallen een goede conditie heeft en zo min mogelijk klachten heeft. Ook gaan de koeien op een minder rijke voeding met extra mineralen.

Aan het eind van de dracht heeft de koe veel rust nodig, je zult ze dus ook veel zien liggen in de stal. De uier van de koe wordt in de laatste paar weken van de dracht steeds voller. Dan gaat de uier ‘opuieren’; de uier zit goed vol en staat helemaal strak.

Als het tijd is om te bevallen, wordt de koe in een aparte stal gezet met stro. Hier is te zien dat de  bekkenbanden die over de rug naar de staart lopen om het kalf vrije doorgang te geven verslappen. Deze verslappingen zijn goed te voelen, links en rechts van de staart zitten deuken en die worden dan steeds zachter.

Er is te zien aan een koe wanneer ze bijna gaat bevallen. Denk hierbij aan: weinig eten, liggen, onrustig, zwaar ademhalen en al een beetje openstaande schede (vagina).

 

Het geboorteproces en zorg

Ongeveer 80% van de koeien, kalven zonder problemen. Bij de andere 20% moet je helpen tijdens de geboorte. Een natuurlijke geboorte wordt hieronder verder uitgelegd:

De meeste koeien gaan liggen als ze bijna moeten kalven, maar niet allemaal. Als een koe begint met bevallen komt als eerste de waterblaas, dan begint het afkalven. Binnen de waterblaas zit de voetblaas, die het kalfje en het vruchtwater omsluit. Als de pootjes van het kalf tevoorschijn komen, kunnen er touwtjes om de pootjes heen van het kalf, om de koe een beetje te helpen met de bevalling (dit is niet altijd nodig, wacht het even af). Let op: verkeerd of te hard trekken kan schade of pijn veroorzaken. Trek aan de pootjes van het kalf bij iedere perswee zodat de geboorte wat sneller gaat. Bij een natuurlijke geboorte als de koe dan perst dan komt het kalfje eruit en gaat weer een stukje terug erin. Door de koe mee te helpen voorkom je dit.

Als  het hoofdje er eenmaal uit is gaat de rest best gemakkelijk. De kop is het grootste samen met de schouders. Als deze eenmaal eruit zijn komt de rest van zelf, het gehele geboorteproces kan enkele uren duren.

Als het kalf geboren is moet je zorgen dat hij een kleine afstand heeft van de moeder, zodat ze niet op hem kan gaan staan. Ook zorg je ervoor dat hij recht ligt zodat hij makkelijker op kan staan. Dit doe je door de voorbenen onder het lichaam te leggen en de achterbenen naar één kant te leggen. Doordat je er dan zo vroeg bij bent kan je meteen het geslacht bekijken en observeren of het kalfje gezond is.

 

Als het kalf veilig ligt en de moeder is opgestaan, zal ze haar kalf schoon gaan likken. Dit is goed voor de doorbloeding van het bloed van het kalfje. Dit is ook goed voor het moederdier, doordat ze gaat staan gaat alles inwendig weer op de juiste plek en worden infecties voorkomen.

Het is belangrijk dat de moeder voor/tijdens maar vooral na de bevalling voldoende beschikking heeft over voedsel en water. Na de bevalling is de koe erg zwak, en moet ze aansterken. Ze krijgt rust en een energierijke voeding om zucht te voorkomen.

 

Ondertussen kan het kalf (desnoods) weggehaald worden en in een iglo geplaatst worden, of hij blijft bij de moeder. Als het kalfje bij de moeder weggehaald wordt, moet dit zo snel mogelijk want dan is er nog niet een echte ‘band’ tussen moeder en kalf. Als dit later wordt gedaan, bijvoorbeeld na 4 dagen, kan dat voor veel onrust zorgen in de boerderij.

Het kalf moet binnen 4 uur na de bevalling de biest krijgen, biest is de eerste moedermelk. Deze is erg belangrijk voor het kalf aangezien heel veel voeding- en antistoffen in zitten. Als het kalf bij de moeder blijft is het belangrijk om te controleren of het kalf de biest heeft gedronken en de hoeveelheid. Als je het kalf de fles geeft is er precies te controleren hoeveel en wanneer het kalf heeft gedronken. Meestal wordt het kalf de 1e 2 dagen, 3 keer per dag, 2L biest gegeven. Hierna gaan ze over op melk.

 

Veel voorkomende afwijkingen en problemen

Een aantal afwijkingen of problemen die kunnen voorkomen tijdens de dracht:

  • Dracht opbreken (miskraam), oftewel een terugkomer. Dit komt meestal rond de 6 weken, de koe was eerst drachtig maar de bevalling is afgebroken.
  • Onvruchtbare koe, de koe is na meerdere dekkingen of inseminaties nog steeds niet drachtig. Dan is de koe niet functioneel binnen het melkveebedrijf en zal ze verkocht worden.
  • Baarmoeder is niet schoon.
  • De eierstokken kunnen stil liggen en hierdoor kan de koe geen eicellen maken.
  • Cysteuze koe, bij deze koe blijft de follikel groeien en wordt hierdoor niet tochtig.
  • Soms laten ze de tocht niet goed zien.
  • Ze zijn niet cyclisch, ze hebben dus geen regelmatige cyclus.
  • Mislukte inseminatie, waardoor de koe opnieuw geïnsemineerd moet worden.

 

Een aantal afwijkingen of problemen die kunnen voorkomen tijdens en na de bevalling:

  • Stuitligging, hierbij ligt het kalf niet met de voorpoten richting het geboortekanaal maar met de achterpoten. Er kunnen ook andere complicaties in de baarmoeder voorkomen waardoor er geen natuurlijke bevalling mogelijk is.
  • Slag in de dracht, dit houdt in dat de baarmoeder is gedraaid. Hierdoor is het kalven erg moeilijk en is er een grote kans op een keizersnede. Het kan ook voorkomen dat de cervix (baarmoederhals) is gedraaid, waardoor het moeilijk is, of zelfs onmogelijk om het kalf te voelen.
  • Kween, oftewel een onvruchtbare tweeling van een vaarskalf en een stierkalf. Als er een tweeling is geboren, beide van het andere geslacht is het vaarskalfje (bijna altijd, meer dan 90%) onvruchtbaar. Dit komt doordat het vaarskalfje geslachtskenmerken van beide geslachten heeft. Als dit voorkomt, worden beide kalfjes verkocht. Dit wordt gedaan uit voorzorg aangezien de vaars alleen maar geld kost voor de veehouder
  • De nageboorte komt er niet uit, hierdoor kunnen er ontstekingen ontstaan binnen in de koe.
  • Mastitis: de koe kan geen biest geven.
  • De koe wil niet opstaan, dit is een groot probleem omdat zij dan ook niet gaat eten en drinken.
  • Melkziekte: als de koe deze ziekte heeft dan heeft hij een tekort aan calcium in zijn bloed. Hierdoor wordt de melkafgifte van de koe een stuk minder.
  • De koe wil niet goed eten, waardoor ze niet op kracht komen wat ernstige gevolgen kan hebben.

Kosten en baten, per jaar per koe

De inkomsten van de melk bestaat uit: liters melk per koe/per jaar. De opbrengst van de melk in berekent met € 0,30 per liter, op dit moment is het € 0,25 per liter.  

In deze tabel zijn de kosten van de stal niet mee berekent, aangezien dit per soort stal kan variëren. 

Kosten Baten
Jongveeopfokkosten €700,- Melk €3300,-
Voerkosten €1600,- (Mogelijke) verkoop van kalfjes €130,-
Onvoorziene kosten (dierenarts) €1600,- Afvoer koeien €250,-
Machinekosten/robotonderhoud €180,-
Inentingen €60,-
Rente/afschrijvingen €420,-
Gezondheidscontrole dierenarts (koekompas) €50,-
Mestkosten/afvoer €250,-
Verzorging €30,-
Inseminatie/KI/dracht voelen €50,-
Voedergewaskosten €150,-
Totaal: €3570,- Totaal: €3680,-